-
1 de bak indraaien
de bak indraaien -
2 bak
♦voorbeelden:een bak met planten • un bac de plantes2 dat is me ook een bak! • elle est bien bonne!in de bak zitten • être en taulehij zal wel aan de bak komen • 〈 werk〉 il réussira à trouver du travail; 〈 beurt〉 ce sera (à) son tour -
3 indraaien
1 [draaiend in iets terecht komen] entrer (en tournant) dans♦voorbeelden:→ link=nor norII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door draaien in iets brengen] faire entrer (en tournant) dans♦voorbeelden:een schroef indraaien • serrer une vis -
4 zich overal indraaien
-
5 emballer
emballer [ãbaalee]2 〈vulgair; iemand〉de nor, de bak indraaien ⇒ in de lik zetten, opbergen3 te veel toeren laten maken ⇒ over zijn toeren jagen, boven zijn toeren laten draaien♦voorbeelden:ça ne nous emballe pas • we zijn er niet kapot van♦voorbeelden:1. v1) verpakken, inpakken2. s'emballerv1) op hol slaan
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский